'Sorry, als wat?!’
Zo begint een gesprek over mijn werk maar al te vaak. Mijn prachtige vak dat helaas niet heel breed bekend is. Ik moet toegeven, de titel ‘kunstzinnig therapeut’ kan erg verschillende verwachtingen geven. Tijd dus voor een inkijkje in een sessie. Als een kind binnenkomt kletsen we eerst even. Over de dag. Over de konijnen thuis, de nieuwe fiets of over de regenboog. Over hoe spannend het was om voor de klas iets te vertellen, over hoe fijn het voelde om het toch de durven. Dit kletspraatje vind ik even belangrijk als de rest van de sessie, dat heeft meerdere redenen; - het helpt bij de overgang tussen een schooldag en het één op één met mij werken. - in zo’n kletspraatje laat het kind zien hoe het zich vandaag voelt. Misschien gaan we precies doen wat ik had voorbereid, maar meestal gooi ik mijn hele vooraf bedachte plan op de schop omdat iets anders beter aansluit bij hoe het kind zich op dat moment voelt. - het is gezellig, het schept een band en de basis van iedere succesvolle therapie is in mijn ogen een fijne band met de therapeut. We kijken naar het werk van de vorige keer. Hoe het er soms heel anders uitziet dan dat je je herinnert. Zo staan we even stil bij wat we ook alweer aan het doen waren. Dan vertel ik een verhaal dat de sessie van vandaag inleidt. Soms geeft een ansichtkaart er een beeld bij, soms een tafereeltje met houten dieren of materiaal uit de natuur en soms zijn het alleen mijn woorden die een beeld scheppen en inspiratie geven. Tekenen, schilderen, boetseren en alle mogelijke varianten hiervan. Met houtskool, pastelkrijt, waterverf, acrylverf, bruine klei, structuurklei, alles door elkaar, noem maar op. Soms kies ik van tevoren, soms kies ik op het moment zelf en soms kiest het kind. Hup, aan de slag, iets maken. Ik help als het lastig wordt, soms door het voor te doen en soms door een stukje samen te doen. Stap voor stap bouwen we het werk op. Vlak voordat we stoppen kijken we samen even naar het werk. Wat mist er nog? Wat moet er écht nog gebeuren om het af te maken? Dan zetten we het werk op zijn plek. Een sokkel, een mooie plank. We leggen het neer, hangen het op, zetten het in de vensterbank of een andere mooie plek waar we er van een afstandje naar kunnen kijken. Afhankelijk van de leeftijd van het kind hebben we een gesprekje over het werk. Wat zien we? Waar straalt het geel? Welk weer zou het daar zijn? Waar in het werk zou je wel willen wonen? Wat is jouw eigen plek in het werk? Hoe voelt het konijn zich? Wat zou het konijn op dat moment kunnen helpen? Hoe vond je het om te maken, wat vond je lastig en waarom? Wat zou je nog willen leren? Aan de hand van het gemaakte werk komen we in gesprek. Soms direct, soms indirect, maar altijd over het kind zelf. Dan is het tijd om af te ronden. De werken krijgen een titel en gaan in de eigen map. Om de volgende keer weer samen met verbazing naar te kijken.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Privacy
Wil je reageren op een blog? Check hier mijn privacyverklaring en hier die van het systeem van mijn website. Archieven
Augustus 2019
Categorieën |